Seksueel misbruik in de kerk krijgt al jaren veel media-aandacht. Nog altijd komen er verhalen van slachtoffers bovendrijven die jaren zijn verzwegen. De Maranathakerk in Spakenburg wil een voorbeeld zijn aan kerken waar misbruik heeft plaatsgevonden. Toen er vorig jaar een ontuchtzaak door een gemeentelid aan het licht kwam, wilde de kerk zo transparant mogelijk zijn. Wij gaan in gesprek met predikant Gertjan van Harten, verbonden aan de Maranathakerk, over dominee-zijn, wanneer seksueel misbruik dichtbij komt.
Onderweg, de worsteling van een dominee

Als predikant Gertjan van Harten ons verwelkomt in zijn huis in Bunschoten-Spakenburg krijgen we gelijk een indruk van zijn uitnodigende persoonlijkheid. Hij woont aan de straat ‘Ongerweges’, wat dialect is voor onderweg. En onderweg, is de 52-jarige vader van drie kinderen. Na het afronden van zijn economische studie ging hij een jaar vrijwilligerswerk doen in Oostenrijk. Daar besloot hij theologie te studeren en zo is hij, na predikant te zijn geweest in Blija en Wezep, in Spakenburg terecht gekomen.
Gertjan van Harten is als predikant verbonden aan de Maranathakerk in Spakenburg. Hij ziet zichzelf niet als studeerkamergeleerde. Gedurende ons gesprek komen wij erachter dat hij juist een “levensleerder” is. De ervaringen en pijn uit zijn eigen leven, helpen hem als dominee in lastige situaties, bijvoorbeeld toen er vorig jaar seksueel misbruik plaatsvond in zijn gemeente. Vandaag gaan we in gesprek met ds. Van Harten over dominee-zijn, wanneer seksueel misbruik dichtbij komt.
“Je voelt boosheid, wanhoop en pijn. Dat wil ik dan weghalen, maar dat kan niet.”
Eigen ervaring
Onder het genot van een bak koffie vertelt hij ons hoe zijn zicht op pastoraal werk is veranderd nadat hij in 2012 zelf in het ziekenhuis heeft gelegen. Gertjan: “Er kwamen toen mensen met mij de bijbel lezen, die zeiden dat de Heer met me was en dan gingen ze weer weg. Dan dacht ik bij mezelf: “Ik lig hier en jij gaat weer naar huis.” Sinds dat moment besef ik wel veel meer hoeveel pijn het kan doen als je ziek bent en hoeveel vragen dat op kan roepen.” Niet alleen hij, maar ook zijn dochter heeft in het ziekenhuis gelegen. Dat helpt hem nu, om zich meer in te leven: “Onze dochter had een hersentumor. Als je dan bijvoorbeeld op uitslagen wacht is dat zo spannend. Als nu een gemeentelid hierover praat, kan ik mij veel meer inleven.”
Laagdrempelig pastoraat
Zijn hart ligt bij pastoraal contact, horen we van Gertjan. Hij vertelt ons dat hij de opleiding theologie enkel heeft afgerond voor het papiertje. “Die heb je nou eenmaal nodig om pastoor te worden”. Zijn passie ligt bij het persoonlijke contact met mensen en het maatwerk wat daarbij hoort. “In het dorp ben ik zeven dagen in de week dominee, maar niet altijd aan het werk. Op het voetbalveld of op het terras moeten mensen mij aan kunnen spreken. Je bent onderdeel van de gemeenschap. Die laagdrempeligheid vind ik erg belangrijk”, laat hij weten.

Inlevingsvermogen
En dat inlevingsvermogen is nodig in zijn vak, want als dominee kom je in aanraking met de meest schrijnende verhalen. Eén van de dingen waar Gertjan mee in aanraking komt is seksueel misbruik. Dat geeft hem een machteloos gevoel: “Je voelt boosheid, wanhoop en pijn. Dat wil ik dan weghalen, maar dat kan niet. Dat maakt machteloos.”, vertelt hij. “Maar”, zegt hij er direct achteraan, “Het maakt ook nederig. Anders kun je een soort Messiascomplex krijgen. Alsof ik de pijn bij mensen weg kan halen.”
Kindermisbruik
Op 22 december 2020 gebeurt het onvoorstelbare. Een man uit de gemeente van de Maranathakerk wordt opgepakt op verdenking van seksueel misbruik van twee kinderen uit zijn privésfeer. Op dat moment gingen de alarmbellen bij Gertjan rinkelen. De man was namelijk vrijwilliger bij de crèche van de kerk. “Er was toen nog geen enkel bewijs dat er ook seksueel misbruik in de kerk had plaatsgevonden”, zegt Gertjan. “Maar je houdt er wel rekening mee”. Daarom zoekt de kerk preventief contact met het Meldpunt Seksueel Misbruik. “En maanden later bleek onze vrees waar te zijn.”
“Ik was boos, verbijsterd, verward. En met zo’n hoofd ging ik ook naar mensen toe.”
Snel werd bevestigd dat de 34-jarige vader ook kinderen seksueel misbruikte in de kerk waar Gertjan voorganger is. “Het was alsof ik het kwaad in de ogen keek” zegt Gertjan. Zijn emotie wordt zichtbaar: “Ik ben zelf ook vader, dat raakt me enorm. Ik was boos, verbijsterd, verward. En met zo’n hoofd ging ik ook naar mensen toe. En dan is het vooral luisteren, luisteren, luisteren.” Hoewel de predikant juridisch natuurlijk niet verantwoordelijk is, ging het hem niet in de koude kleren zitten: “Ik voelde een stuk onmacht. Ik voelde me falen: ik sta te preken en een paar meter verder gebeuren er verschrikkelijke dingen.” Niet alleen daarin zit zijn verdriet, de kerk was niet wat het zou moeten zijn, aldus de voorganger: “Als er een plek veilig moet zijn, is dat de kerk wel. En dat was het dus niet”
Zijn ziekte bracht Gertjan dichter bij God. “Ik voelde me in die moeilijke tijd door Hem gedragen”. Toch begrijpt hij ook dat de ouders van de misbruikte kinderen juist een heel andere ervaring hebben. “In eerste instantie is het belangrijk dat de ouders professionele hulp krijgen en probeer ik hun pijn te erkennen. Na een paar afspraken begin ik te vragen wat dit alles met hun godsbeeld doet. De band met God kan na zoiets onbegrijpelijks flink vertroebelen of onder druk staan. Dat is vooral waar ik hen mee probeer te helpen”, zegt hij.
Ook nu, een jaar nadat dit drama bekend werd, zijn hij en zijn gemeente nog onderweg. Gertjan maakt zijn worsteling duidelijk: “Ik voel een stuk onmacht. Het liefst zou ik de hele gemeente bij elkaar roepen om samen op de knieën te gaan. Om samen liederen te zingen en samen te bidden. Maar dat kan niet. Deze situatie vraagt maatwerk.” En in dat maatwerk heeft hij zelf een bescheiden rol. Gertjan: “Er is iets gebeurt in de kerk, daar voel ik me als predikant verantwoordelijk voor. Dus dan wil ik kijken hoe ik naast mensen kan staan. Dit kan iets met je godsbeeld doen. Mensen kunnen boos worden, of veel vragen krijgen. Het is dan aan mij om daarin erkenning geven, maar ik heb niet de oplossing.”
Doofpot
Gertjan hoopt steeds vaker te zien dat kerken transparant zijn over misbruik in de kerk. “Je ziet dat de kerk hun reputatie liever niet op het spel zet, maar de slachtoffers zouden leidend moeten zijn in het omgaan met een ontuchtzaak. Ik zie van dichtbij hoe diep slachtoffers worstelen als zij niet kunnen praten met familie en door de kerk in de steek worden gelaten. Als ik een oproep mag doen aan alle kerken; zorg er alsjeblieft voor dat je geen doofpot creëert.”
Ongerweges, dat is Gertjan dus nog steeds. Zoekend naar de beste manier om zijn gemeente bij te staan. “Als er iets gebeurt kun je je heel aangevochten voelen en veel vragen hebben. Toch heb ik steeds meer geleerd dat twijfel er ook mag zijn. Geloven is ook niet antwoord hebben op alle vragen, maar wel dat je in alle vragen toch in God kunt vertrouwen.”